-
1 dicht op elkaar
adv. closely, thick -
2 dicht op elkaar wonen
dicht op elkaar wonen -
3 dicht op elkaar wonen
dicht op elkaar wonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dicht op elkaar wonen
-
4 dicht bij elkaar geplaatst
• closely spacedNederlands-Engels Technisch Woordenboek > dicht bij elkaar geplaatst
-
5 auto's die te dicht op elkaar rijden
auto's die te dicht op elkaar rijden————————auto's die te dicht op elkaar rijdenDeens-Russisch woordenboek > auto's die te dicht op elkaar rijden
-
6 (te) dicht op elkaar rijden
(te) dicht op elkaar rijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (te) dicht op elkaar rijden
-
7 zijn ogen staan dicht bij elkaar
zijn ogen staan dicht bij elkaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn ogen staan dicht bij elkaar
-
8 dicht
♦voorbeelden:een dicht bos • a dense woodin dichte drommen • in dense hordesdichte mist • thick/dense fogdicht beschreven bladzijden • closely written pagesze zaten dicht opeengepakt • they sat tightly packed togetherdicht op elkaar wonen • live on top of one another〈 figuurlijk〉 dichter tot elkaar komen • come/draw closer (together)II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉2 [ondoordringbaar] tight3 [figuurlijk] [niets loslatend] close(-mouthed) ⇒ close-/tight-lipped♦voorbeelden:ik krijg mijn riem niet dicht • I can't fasten my beltmijn neus zit dicht • my nose is blocked upde afvoer zit dicht • the drain is blocked upde vijver zit dicht • the pond is frozen overhet vliegveld zit dicht • the airport is fogbound♦voorbeelden:zijn ogen staan dicht bij elkaar • he has close-set eyesje bent er aardig dicht bij • you are pretty near the markzij waren dicht bij het doel • they were close to the goal; 〈 figuurlijk ook〉 they were nearly therehij woont dicht in de buurt • he lives near heredicht onder de kust varen • hug the shoreiemand dicht op de hielen zitten • be close on someone's heels -
9 dicht
♦voorbeelden:1 mondje dicht! • bouche cousue!de mond dicht houden • garder le silencehaar keel zit dicht • elle a la gorge serréemijn neus zit dicht • j'ai le nez bouchéeen dicht bos • un bois épaiseen dicht geweven stof • un tissu serrédicht op elkaar wonen • habiter les uns sur les autreszich dicht tegen iemand aanvlijen • se blottir contre qn.〈 figuurlijk〉 dichter tot elkaar komen • se rapprocher l'un de l'autre, les uns des autres; 〈 overeenkomst〉 être dans la bonne voiewe zijn dicht bij de stad • nous sommes près de la ville -
10 dicht auffahrende Wagen
-
11 closely spaced
dicht bij elkaar geplaatst -
12 thick
adj. dik; dicht; vol; dicht opeen; domoor; vriendelijk--------adv. dicht op elkaar; in overdaad; in een dikke laag--------n. dichtste/drukste/actiefste gedeelte, drukte, middenthick1[ θik] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 voornamelijk the〉dichtste/drukste/actiefste gedeelte ⇒ drukte, midden♦voorbeelden:in the thick of the mob • midden in de massabe in the thick of it • er midden in zitten————————thick21 dik ⇒ breed 〈 lijn〉; vet 〈 lettertype〉; zwaar(gebouwd); (op)gezwollen; onduidelijk, dubbel 〈 tong〉2 dik/dicht ⇒ 〈+with〉 dicht bezet/bezaaid/opeengepakt (met), druk; 〈+with〉 vol (van/met), overvloedig; weinig vloeibaar/doorzichtig; mistig, betrokken 〈 weer〉♦voorbeelden:two inches thick • twee inch dikthick type • vette lettera voice thick with sleep • een slaperige stem2 thick on the ground • dik gezaaid, zeer talrijk/frequenta thick head • een houten kopthe crowd grew thicker • er kwam voortdurend meer volk bijthe sky was thick with planes • de lucht zag zwart van vliegtuigenvery thick with • dik bevriend met6 a bit thick • nogal/al te krasget the thick end of the stick • aan het kortste eind trekkenhave a thick skin • een olifantshuid hebbenhe has a thick skull • hij is traag van begriplay it on thick • f overdrijven————————thick3〈 bijwoord〉1 dik ⇒ breed; vet; onduidelijk2 dik/dicht ⇒ dicht opeengepakt/op elkaar; talrijk, overvloedig♦voorbeelden:blows came thick and fast • het regende slagen -
13 serrer
serrer [serree]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (vast)drukken ⇒ (stevig) vasthouden, klemmen2 dicht op, bij, tegen elkaar zetten ⇒ op elkaar drukken, vastdraaien ⇒ 〈 boekwezen, tekst〉 inschikken4 vlakbij komen ⇒ in het nauw drijven, wegdrukken♦voorbeelden:serrer qn. dans ses bras • iemand in de armen sluiten, omarmenserrer qn. à la gorge • iemand bij de keel grijpen, wurgenserrer les poings • zijn vuisten ballenserrer son sujet • bij zijn onderwerp blijvenserrer une traduction, un texte • zeer nauwkeurig vertalen4 serrer sa droite • uiterst rechts rijden, meer naar rechts rijdenserrer qn. de près • iemand op de hielen zittenserrer de près un problème • diep ingaan op een probleem1 dichter bij elkaar gaan zitten ⇒ opschuiven, opschikkenv1) voorsorteren2) vastdruk-ken7) opbergen -
14 rapproché
-
15 cuddle
n. (ge)knuffel--------v. strelen; knuffelencuddle1[ kudl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————cuddle2♦voorbeelden:cuddle up to someone • zich bij iemand nestelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
16 auffahren
auffahren4 opschrikken, opspringen5 opvliegen, opstuiven6 naar boven komen, opstijgen♦voorbeelden:auf einen Wagen auffahren • tegen een auto botsen, oprijden4 aus seinen Gedanken, dem Schlaf auffahren • uit zijn gedachten, zijn slaap opschrikkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 kapot-, stukrijden♦voorbeelden:1 Erde, Kies auffahren • aarde, kiezel aanvoeren en afladen -
17 resserrer
resserrer [rəserree]1 kleiner maken ⇒ inkrimpen, bekorten2 samentrekken ⇒ op elkaar klemmen, sluiten♦voorbeelden:3 strakker aangehaald worden ⇒ strakker aangetrokken, nauwer aangehaald worden♦voorbeelden: -
18 suivre
suivre [sŵievr]1 volgen♦voorbeelden:ne pas pouvoir suivre • niet kunnen meekomenà suivre • wordt vervolgdcomme suit • als volgtII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 volgen♦voorbeelden:suivre qn. des yeux, du regard • iemand nakijkensuivre qn. par la pensée, en pensée • in gedachten bij iemand zijn→ tracesuivre des cours • college lopensuivre un régime • op dieet zijnsuivre sa classe • met z'n klas meekomen♦voorbeelden:→ jour -
19 double stars
zich dicht bij elkaar bevindende sterren (twee sterren die op het oog niet van elkaar zijn te onderscheiden) -
20 packed in like sardines
als sardientjes op elkaar geplakt (dicht op elkaar)
См. также в других словарях:
Liste De Films Néerlandais — Liste de films néerlandais, par ordre chronologique Sommaire 1 Avant 1950 2 1950 1959 3 1960 1969 4 1970 1979 … Wikipédia en Français
Liste de films neerlandais — Liste de films néerlandais Liste de films néerlandais, par ordre chronologique Sommaire 1 Avant 1950 2 1950 1959 3 1960 1969 4 1970 1979 … Wikipédia en Français
Liste de films néerlandais — Liste de films néerlandais, par ordre chronologique Sommaire 1 Avant 1950 2 1950 1959 3 1960 1969 4 1970 1979 … Wikipédia en Français
David Koker — Born David Koker November 27, 1921(1921 11 27) Amsterdam the Netherlands Died February 23, 1945(1945 02 23) (aged 23) Groß Rosen/Dachau Germany Nationali … Wikipedia